Afgelopen
vrijdag bleek uit cijfers van Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat in
de eerste half van 2016 het Nederlandse overheidstekort is gedaald. Hiermee
kwam het overheidstekort halverwege dit jaar uit op 0,8% van het bruto
binnenlands product (BBP). In 2015 bedroeg het overheidstekort nog 1,9%.
De
daling kwam voort uit een stijging van de overheidsinkomsten met 7 miljard euro
naar 299 miljard euro op jaarbasis. Deze stijging was voornamelijk te danken
aan de ontvangen sociale premies. Daarnaast namen de inkomsten uit de
vennootschapsbelasting en de btw toe, maar verminderden de inkomsten uit de
aardgasreserves wel. De uitgaven bleven met 305 miljard euro vrijwel gelijk in
vergelijking met 2015.
Het
Centraal Plan Bureau (CPB) gaat uit van een overheidstekort van 1,1% over heel
2016. Hiermee voldoet Nederlands ruimschoots aan de norm van de Europese Unie,
die stelt dat het overheidstekort over een geheel kalenderjaar niet hoger mag
zijn dan 3% van het BBP.
De
overheidsschuld kwam halverwege 2016 uit op 437 miljard euro. Dit komt overeen
met 63,7% van het BBP. Dit is 1,4 procentpunt lager dan eind 2015. Hiermee
daalde de schuldquote verder richting de Europese norm van 60% van het BBP.
De
overheidsschuld daalde met bijna 4 miljard euro ten opzichte van eind 2015. De
afname van de schuld kwam door 7 miljard euro aan opbrengsten uit transacties
in financiële activa. Dit betrof de verkoop van aandelen in ASR, de ontvangsten
door beëindiging van rentederivaten, en aflossingen van leningen verstrekt door
de overheid.